top of page
Search
  • Writer's pictureBart Houx

Op een oude fiets moet je het leren

Updated: May 13, 2020

Het is misschien de meest beroemde openingszin die ooit in een boek over wielrennen geschreven is:


‘Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977. Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasjes kijken toeristen en inwoners toe. Niet-wielrenners. De leegheid van die levens schokt me.’


Uit 'De Renner' van Tim Krabbé. '... de leegheid van die levens schokt me ...' Hoe vaak ik deze zin in gedachten heb gelezen toen ik dertig jaar (en dertig kilo!) geleden op mijn racefiets toerde, ik kan het je niet met zekerheid vertellen. Maar ongetwijfeld vaak, heel vaak.


Het wielervirus kreeg me op zestienjarige leeftijd te pakken. En liet me twintig jaar lang niet meer los. Van mijn bijbaantjesgeld kocht ik een prachtige wit-paarse Koga Miyata racefiets. En ging kilometers vreten. Steeds vaker, steeds verder.


'Pap, mag ik een keer kijken hoe ver ik kan en haal jij me dan op waar ik stop?', vroeg ik op een dag aan mijn vader. En hij was zo lief om daar mee in stemmen. Ik fietste op een hete zomerse dag - want met hoge temperaturen was ik op m'n Tour-de-Francest - zonder plan naar het Noorden. Van Oisterwijk bij Tilburg naar Twello bij Deventer. Totdat mijn tank helemaal leeg was. Ik zocht een telefooncel op (ja, ja, zo lang geleden alweer), belde m'n vader dat hij me mocht komen halen in Twello (naast de molen) en bestelde daarna tevreden een uitgebreide lunch met kroketten.


Nog wat wielerjaren later bedwong ik met vrienden legendarische bergen zoals de Mont Ventoux, Aubisque en Tourmalet. Nog altijd de mooiste vakanties van m'n leven. Totdat ik zwaarder, trager en vooral vader werd. En de racefiets noodgedwongen plaats maakte voor kinderwagens en buggy's.


Ik ben geen zestien meer. Pieter is dat dit jaar wel. En toevallig of niet, het wielervirus heeft ook hem van de ene op de andere dag te pakken gekregen. Zonder dat hij daar eerst 'De Renner' voor las. Van zijn oom Paul mag hij een oude mountainbike lenen. Op een oude fiets moet je het leren tenslotte. En van zijn eigen Bakker Bart centen koopt hij zelf een helm en een strak, zwart, wielerpak.


Daar gaat hij dan. Ik kijk hem na. Druk schakelend op weg naar de bospaden van De Treek. Wat zou ik nu graag met 'm meefietsen. Maar ik ben een fietsloze niet-wielrenner.


De leegheid van mijn leven schokt me.


49 views0 comments

Recent Posts

See All
bottom of page